Het
draaien van een blokfluitvoetje
terug naar openingspagina
![]() 1- het hout (in dit geval olijfhout; het eerder gedraaide voetje is gemaakt van Europees buxus) zagen met enige overlengte |
![]() 2- aan de kopse kanten een centreergaatje inboren; nu gaan we een 'pilootgat' boren, voor dit altblokfluitvoetje doe ik dat met een boor van Ø 10 mm. |
![]() 3- ik boor het hout liefst op de draaibank, waarbij het hout tegen de draaiende boor wordt geschoven |
![]() 4- hier is dat het geval - het hout moet goed vastgehouden worden; mijn draaibank heeft rechts een aandrukhefboom, wat voor dit soort boorwerk heel handig is |
![]() 5- hierna moet de tapholte worden geboord (waar de onderste tap van het middendeel van de blokfluit in wordt geschoven); ik doe dit m.b.v. een speedboor met opzethulpstuk |
![]() 6- hier zit de speedboorconstructie in de boorkop op de draaibank |
![]() 7- de voeler van het opzethulsptuk heeft dezelfde diameter als het voorgeboorde pilootgat |
![]() 8- hier het resultaat: een gat dat netjes rond is en goed gecentreerd |
![]() 9- als meenemer gebruik ik een kegelvormige frees waartegen ik het werkstuk vast sla |
![]() 10- hier is het werkstuk opgespannen op de draaibank |
![]() 11- het werkstuk wordt met de grote guts rond gedraaid - bij hardere houtsoorten of onregelmatig gevormde stukken hout kan het aanbeveling verdienen het werkstuk eerst met de zaag minder kantig te maken |
![]() 12- het resultaat: het hout is rond; nu moeten de kopse kanten recht afgestoken worden |
![]() 13- dat recht afsteken doe ik met de afsteekbeitel (3 mm breed, gemaakt van een oude vijl) - het laatste stukje zaag ik eraf, daarna wordt het werkstuk opnieuw in de draaibank opgespannen |
![]() 14- de 'hellingbaan' van het voetje wordt afgetekend |
![]() 15 - eerst met de afsteekbeitel insteken (we laten het hout nog duidelijk te dik) |
![]() 16- dan met een platte beitel met een gebogen profiel de helling verder uitdraaien |
![]() 17- hier is de helllingbaan in grote lijnen klaar en is het begin gemaakt met de onderste ringgroep |
![]() 18- de onderste voetringgroep heeft hier al vorm, gekregen |
![]() 19- nu aan het werk voor de vingergatbaan (hier komt het zevende vingergat) |
![]() 20- met de afsteekbeitel wordt de baan 'ingedraaid' |
![]() 21- zo maak je de richeltjes op de vingergatbaan (zie ook hieronder) |
![]() 22- de smalle steekbeitel (2 mm) komt in actie voor de smallere gleuven, hier in de middelste ringgroep |
![]() 23- en hier voor de richeltjes |
![]() 24- nu moet alleen nog de bovenste (linker) ringroep worden gedraaid |
![]() 25- dat betekent aan het werk met de kleine (afsteek)beitels |
![]() 26- hier is het draaiwerk aan het voetje bijna klaar, alleen de overlengtes aan weerzijden moeten nog worden afgedraaid (of gezaagd nadat het hout is losgemaakt van de draaibank) |
27- je moet het hout zoveel mogelijk met de beitel zien af te werken, maar enig poetswerk is onvermijdelijk; voor het vrij zachte olijfhout gebruik ik 3M-polijstmatjes (de bruine kwaliteit, eigenlijk bedoeld voor het bewerken van metaal); je kunt dat spul droog of nat (met water of olie, in het laatste geval het materiaal veilig opbergen) gebruiken. |
![]() 28- het resultaat: het voetje gepoetst en geolied; hierna volgt het uitruimen van het piloogat, wat ik in de regel uit de hand doe
|