Het maken van een
altblokfluitkop, deel 3, het afdraaien van de 'werkkop'. klik hier voor deel 1 en deel 2 van het maken van de werkkop
|
|
Nadat het labium en de kernspleet zijn gestoken en het blok passend is gemaakt, kan de werkkop worden afgedraaid. Omdat het klosje niet meer perfect paste, heb ik daar een laagje dunne tape over geplakt. |
Hier is de kop ingespannen op de draaibank. De eerste controle is of de centrering goed is, met name van de middenbaan. Want daaraan wil ik zo min mogelijk nog aan afgedraaid worden. |
Links: eerst wordt de kop de juiste lengte gebracht; hier moest nog ongeveer anderhalve millimeter weggedraaid worden. Boven: daarna worden enkele hulplijnen afgetekend.
|
|
Boven: eerste draaironde.
|
Het hout is hier santos palissander (ook pau ferro - ijzerhout - genoemd). Maar dit stuk hout bleek vrij zacht te zijn en moeilijk heel fijn en scherp af te werken. |
Bij de eerste afwerkronde maak ik het hout nat met water. |
Nu verder aan de andere kant, met het 'indraaien' van de ringen. |
Dan is het de beurt aan de bovenste 'helling' van het kopstuk. Deze kan met verschillende soorten beitels worden gedraaid. |
Nu volgt ook hier het afwerken;
poetsen met lijnolie. |
Bij inspectie onder een andere lichtinval bleek het draaiwerk niet naar wens te zijn.
|
Hier wordt de bewuste sectie opnieuw gedaaid, waarna alles weer moet worden gepoetst. |
Als het draaiwerk van de kop klaar is, kan na inpassing van het blok de snavelbocht worden uitgesneden. De eerste handeling is met de (kap)zaag. |
Voor wie er mee kan werken is een ruwe ronde rasp een handig stuk gereedschap. |
Maar liefst werk ik met mijn
zakmes om een mooie bocht te maken, waarna afwerking volgt met
schuurpapier (middelfijn en fijn). Kleurvariaties van het hout op bovenstaande foto's komen vanwege verschillende lichtbronnen waaronder is gefotografeerd. |
|