Fluitenbouw terug naar openingspagina
-
Hoe het begon
-
Onderzoek historische
instrumenten - Handleiding Fluitenbouw - Lezingen - Reparaties Cursussen - Lijst van publicaties op het gebied van muziekinstrumentenbouw en -onderzoek: klik hier - De nieuwe lijst van Nederlandse houtblaasinstrumenten uit de 17e en 18e eeuw: klik hier |
Vanaf 1980 heb ik mijn creatieve energie gericht op het bouwen van houten blaasinstrumenten als blokfluiten, traverso's (barok-dwarsfluiten) en hobo's. Het ging - en gaat - daarbij vooral om het maken van kopieën naar historische voorbeelden, maar ook om het ontwikkelen van nieuwe, experimentele modellen. De daartoe benodigde kennis en vaardigheden heb ik mij grotendeels - met vallen en opstaan - zelf eigen moeten (of mogen!) maken. Een grote sprong voorwaarts kwam er dankzij enkele cursussen die door de Nieuw-Zeelandse blokfluitbouwer Alec Loretto, die werden georganiseerd door het Bouwerskontakt. Binnen deze vereniging en ook in het FoMRHI* heb ik mijn kennis op het gebied van de fluitenbouw verder kunnen uitbreiden. Inmiddels heb ik zelf voor de periodieken van beide verenigingen een groot aantal artikelen op het gebied van houtblaasinstrumentenbouw en -onderzoek geschreven.** Dat onderzoek is zich in de loop van de tijd verder gaan uitbreiden, naar onder andere de iconografie van blokfluiten en andere houtblaasinstrumenten. Verschillende interessante vondsten van blokfluiten op schilderijen zijn inmiddels opgenomen in het grote en zeer informatieve overzicht 'recorder in art' op de website Recorder Homepage. * FoMRHI: Fellowship of Makers and Researchers of Historical Instruments, zie de website http://www.fomrhi.org/ voor de activiteiten van deze organisatie, met onder andere on line hun Quarterlies, met daarin bij diverse artikelen van mijn hand. ** Klik hier voor een kleine selectie van door mij geschreven Nederlandstalige artikelen.
|
Mijn interesse voor historische blokfluiten en traverso’s
werd onder andere gestimuleerd doordat ik tussen 1980 en 1982 twee
traverso’s van de Nijmeegse bouwer Robbert Wijne (1698-1774) kon
identificeren. Later raakte ik geïnteresseerd in de relatie van deze veelzijdige fluitenbouwer met zijn collega’s, die wat betreft Nederland voor het grootste deel in Amsterdam bleken te hebben gewerkt. Toen ook raakte ik betrokken bij een catalogi-project van Rob van Acht, conservator van het Haags Gemeentemuseum. |
Onderzoek historische instrumenten Tussen 1982 en 1987 heb ik als fluitenbouwer gewerkt in Zutphen, in de Werkplaats voor Oude Muziek. Daarna zijn wij verhuisd naar Alphen a/d Rijn. Dat ligt dichter bij Den Haag en het Gemeentemuseum aldaar, waar ik onder de hoede van conservator Rob van Acht heb meegewerkt aan de totstandkoming van drie luxueus uitgegeven catalogi van Nederlandse houtblaasinstrumenten uit de 17e en 18e eeuw. Voor deze catalogi heb ik naast technische inleidingen beschrijvingen van de instrumenten gemaakt, ook veel meet- en tekenwerk gedaan. Het werk in het Gemeentemuseum vormde voor mij het uitgangspunt ook Nederlandse houtblaasinstrumenten in andere collecties te bestuderen. Dankzij subsidies (van onder andere het Prins Bernhardfonds) heb ik tussen 1990 en 1996 diverse studiereizen kunnen maken naar muziekinstrumentenmusea en particuliere collecties in verschillende Europese landen (van St. Petersburg tot Lissabon en van Edinburgh tot Wenen), maar ook in Japan en de Verenigde Staten. Om mijn onderzoek op een verantwoorde manier af te ronden, heb ik in 1994 contact opgenomen met prof. Kees Vellekoop van de Universiteit Utrecht, die mij heeft begeleid bij het schrijven van een proefschrift met de titel ‘Nederlandse houtblaasinstrumentenbouwers en hun instrumenten, 1660-1760'.
In januari 2001
mocht ik de dissertatie (die ik in eigen beheer op cd-rom had uitgegeven)
met goed gevolg verdedigen.
De titel van het proefschrift: Nederlandse houtblaasinstrumenten en hun
bouwers, 1660-1760.
In de jaren hierna kon het werk worden vertaald in het Engels; het is in
2005 uitgegeven door de KVNM (Koninklijke Vereniging voor Nederlandse
Muziekgeschiedenis):
Dutch woodwind instruments and their makers,
1660-1760
De vertaling
daarvan is verricht door Ruth Koenig, die ik kende van haar werk voor de
catalogi van het Gemeentemuseum.
|